Eron werd geboren met een hartafwijking en onderging een harttransplantatie
Op een avond kreeg de veertienjarige zoon van Inge opeens een beroerte. Die bleek het gevolg van een hartprobleem, een transplantatie was de enige oplossing.
In levensgevaar
Inge: “Toen Eron ‘s avonds vanuit zijn bed riep dat hij de linkerhelft van zijn lichaam niet meer kon bewegen, wist ik meteen dat er iets heel erg mis was. Het is gek hoe snel het kan gaan. We hadden net een onbekommerde zomerse dag achter de rug in een openluchtzwembad. Eron had fijn gespeeld met zijn broer en zus en opeens veranderde alles. Mijn man en ik zijn meteen - in zware paniek - met hem naar de spoedgevallendienst gereden.”
“Eron is geboren met een hartafwijking: de linkerhelft van zijn hart was groter dan de rechterhelft. Als baby was hij daarvoor geopereerd en normaal gezien was dat probleem opgelost. Het was een ontzettende schok dus om te horen dat Eron de nacht niet zou overleven als er niet meteen een hartpomp geplaatst werd,. Doordat zijn hart niet goed werkte, had hij namelijk een hersenklonter gekregen en de kans op een nieuwe beroerte was groot. Met de hartpomp zou hij een tweetal jaar verder kunnen, zeiden de dokters. Maar voor de toekomst zou hij een nieuw hart, een donorhart, nodig hebben.”
“Eigenlijk is het een wonder dat ze zomaar een hart kunnen overbrengen van de ene persoon naar de andere.”
Verlossend telefoontje
“Het leven met een hartpomp was niet makkelijk voor Eron. De batterij zat uitwendig, in een rugzak die hij altijd bij zich had en die zwaar woog: bijna drie kilo. Hij had daardoor weinig bewegingsvrijheid. Ook op school was het niet evident. Als iemand tegen het bakje met de popmbatterij botste, zou Eron in levensgevaar komen. In samenspraak met de artsen kozen we voor thuisonderwijs, maar daardoor miste Eron zijn schoolvriendjes dan weer. Doordat het allemaal zo stresserend was, had hij zelfs af en toe paniekaanvallen. Gelukkig wisten we dat deze situatie niet voor altijd was. Omdat hij zo jong was, stond Eron bovenaan de transplantatielijst.”
“Na drie maanden was het zover. Op een avond werden we gebeld door UZ Leuven: ze hadden een donor, en of we er binnen de twee uur konden zijn? Snel, snel pakte ik onze koffers. Heel even dacht ik nog: daar moet dan iemand anders voor sterven. Maar de artsen vertelden me om daar niet aan te denken. Die persoon is sowieso overleden, die is niet voor jullie gestorven en wilde zijn organen ter beschikking stellen om andere levens te redden, zeiden ze. Meteen daarna was ik vooral dankbaar dat de medische kennis zo ver staat dat ze zomaar een hart kunnen overbrengen van de ene persoon in de andere. Een wonder, eigenlijk.”
Ook jij bent donor.
Geef leven door.
Lachend naar de operatietafel
“De operatie is heel vlot gegaan. Eron werd met een kamerbrede glimlach het operatiekwartier binnengereden. Hij was volstrekt niet bang. Mijn man en ik waren veel banger dan hij (lacht). Vervolgens is hij drie weken in het ziekenhuis gebleven, waarvan ik twee weken bij hem in de kamer sliep. Alles ging meteen goed: hij was al snel fit, hij zat na drie dagen rechtop in bed te spelen, alsof het helemaal geen zware operatie was geweest.
Eenmaal thuis heeft die positieve evolutie zich doorgezet. Eron is opgewekt en blij, hij speelt met de kinderen in de buurt, je merkt haast niets aan hem. Binnen een paar maanden kan hij weer naar school. Voorlopig is het risico op infectie nog te groot. Zijn medicatie onderdrukt zijn immuniteit. Hij sport drie keer per week met een kinesitherapeut zodat zijn nieuwe hart goed gaat pompen en goed doorbloed wordt.”
Toekomstplannen
“Eron zal voor de rest van zijn leven anti-afstotingsmedicatie moeten nemen. Telkens stipt om acht uur ‘s ochtends en om acht uur ‘s avonds. We hebben daarvoor een alarm op de gsm ingesteld en iedereen in huis kent dat muziekje intussen (lacht). Het reizen in tropische landen moet hij vermijden, wegens het gevaar op bacteriën. Maar goed, er zijn daarbuiten nog veel mooie plaatsen in de wereld. De dokter heeft toestemming gegeven om dit jaar naar Het Zwarte Woud te gaan. We moeten er wel voor zorgen dat we in de buurt van een ziekenhuis blijven. Volgend jaar staat Amerika op de planning, daar kijken we nu al naar uit.”